(uit: de encyclopedie van de grote woorden)




Liefde



De lucht ligt als een blok op het land,
onzichtbaar en massief.

Je gaat gekleed in de kleur van je haar,
in je ogen, je passen en je woorden.
Je bent hier en elders. Ik draag je me na

en huiver. Je bent te groot misschien,
of te dichtbij. Je onbereikbaarheid
is onvergeeflijk. Kon ik een vogel zijn –

maar de nauwkeurigheid ontbreekt me
zoals het vertrouwen. Ik kijk naar je

en huiver. Spreek me aan, want ik zwijg,
verdraag mijn wurggreep, verdraag
de onbeholpenheid, verdraag mij, liefde.



vorige